Vertaling van bar

Inhoud:

Nederlands
Engels
bar [m], buffet [o], tapkast {zn.}
bar 
counter
buffet
bar, onvruchtbaar, vruchteloos {bn.}
barren
bar {zn.}
bar 
bar [m], tapperij [v], herberg, kroeg {zn.}
bar 
tavern
barroom
pub
Tom gooide Mary uit de kroeg.
Tom threw Mary out of the bar.
bar, duchtig, hard, straf, streng, zwaar {bn.}
severe 
strict 
austere
hard 
harsh 
sharp 
stark 
stern 
tough 
bad 
bar [m], café [o] {zn.}
pub
public house
bar 
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"
An Englishman, a Belgian and a Dutchman enter a pub and sit down at the counter. Says the barkeeper, "Wait a minute, is this a joke or what?"
bar, verschrikkelijk {bw.}
awfully
appallingly
dreadfully 
ghastly
terribly 
unspeakably