Vertaling van beenbreuk

Inhoud:

Nederlands
Engels
beenbreuk [v] {zn.}
fracture of the leg
beenbreuk [m] (de ~), beenfractuur [v] (de ~) {zn.}
fracture
break
botbreuk [m] (de ~), breuk, ruptuur [v] (de ~), beenbreuk [m] (de ~), beenfractuur [v] (de ~), fractuur [v] (de ~) {zn.}
fracture
break


Gerelateerd aan beenbreuk

beenfractuur - botbreuk - breuk - ruptuur - fractuurbotbreuk - verwonding - breuk - bot