Vertaling van beginperiode

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanvang [m] (de ~), beginperiode [v] (de ~), intrede [m] (de ~), begin [o] (het ~), opmaat [m] (de ~), inval [m] (de ~) {zn.}
start
first
beginning
starting time
showtime
outset
offset
kickoff
get-go
commencement
Ik begin mijn vriendin te missen.
I'm beginning to miss my girlfriend.
Het officiële begin is op zaterdag.
The official start is on Saturday.


Gerelateerd aan beginperiode

aanvang - intrede - begin - opmaat - invaltijdstip