Vertaling van begrenzen

Inhoud:

Nederlands

Engels

begrenzen, beknotten, beperken, beperkingen opleggen aan {ww.}

to abridge
to curtail
to stint
to constrict
to constrain
to restrict
to limit
to confine

wij begrenzen
jullie begrenzen
zij begrenzen

we abridge
you abridge
they abridge
» meer vervoegingen van to abridge

grenzen, begrenzen {ww.}

to bound

wij begrenzen
jullie begrenzen
zij begrenzen

we bound
you bound
they bound
» meer vervoegingen van to bound

begrenzen, inperken, limiteren, beperken, indammen, inkrimpen, terugdringen {ww.}

to throttle
to trammel
to restrict
to restrain
to limit
to confine
to bound

wij begrenzen
jullie begrenzen
zij begrenzen

we throttle
you throttle
they throttle
» meer vervoegingen van to throttle