Vertaling van bek

Inhoud:

Nederlands
Engels
bek [m], neb [v], snavel [m], tuit [v], vogelbek [m], nebbe {zn.}
mouthpiece 
nozzle
bill 
spout
beak 
bek [m], mond [m], monding [v], snater {zn.}
mouth
Doe je mond open.
Open your mouth!
Doe je mond wijd open.
Open your mouth wide.
bek [m], muil {zn.}
mouth
muzzle
jaws
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
The dog had a piece of meat in its mouth.
afgrond [m], bek [m], opening [v], muil {zn.}
mouth
tunnel
muzzle
abyss 
maw
jaws
bek [m] (de ~), bekje {zn.}
pecker
nib
bill
neb
beak
bek [m] (de ~) {zn.}
beak
snauwen, bassen, bekken, grauwen, katten, sneren, snibben, blaffen {ww.}
to snarl
to snap


Gerelateerd aan bek

neb - snavel - tuit - vogelbek - nebbe - mond - monding - snater - muil - afgrond - opening - bekje - snauwen - bassen - bekkenmond - opening - tand