Vertaling van bel
ik bel
I phone
» meer vervoegingen van to phone
ik bel
I strum
» meer vervoegingen van to strum
to ring the bell
to toll
ik bel
I toll
» meer vervoegingen van to toll
ik bel
I call
» meer vervoegingen van to call
to call up
to phone
to ring
to telephone
ik bel
I call
» meer vervoegingen van to call
ik bel
I call
» meer vervoegingen van to call
to call up
to phone
to ring
to telephone
ik bel
I call
» meer vervoegingen van to call
Voorbeelden in zinsverband
Bel me morgen.
Call me tomorrow.
Ik bel je later terug.
I'll call you back later.
Ik bel je later vandaag.
I'll call you later today.
Ik bel om 4 uur terug.
I'll call back at four o'clock.
Bel me alsjeblieft morgenochtend om zeven uur.
Please call me at seven tomorrow morning.
In geval van brand, bel 119.
In case of fire, dial 119.
Ik bel je binnen een week.
I will call you within a week.
Bel een dokter!
Call a doctor!
Bel een ziekenwagen!
Call the ambulance!
Ik bel je van zodra ik in de luchthaven ben.
I'll call as soon as I am at the airport.
Als ik ze bel, neemt er niemand op.
When I phone them nobody answers.
Blijf daar niet zo staan, bel de beveiliging!
Don't just stand there. Call security.
Bel me onmiddellijk nadat je hem hebt ontmoet.
Call me immediately after you meet him.
Ik bel ze morgen, als ik weer terug ben.
I'll call them tomorrow when I come back.
Ik bel om te zeggen dat ik mijn kredietkaart verloren heb.
I'm calling because I've lost my credit card.