Vertaling van beroepen

Inhoud:

Nederlands
Engels
beroepen {ww.}
to invoke
to appeal

wij beroepen
jullie beroepen
zij beroepen

we invoke
you invoke
they invoke
» meer vervoegingen van to invoke

beroepen {ww.}
to appeal

wij beroepen
jullie beroepen
zij beroepen

we appeal
you appeal
they appeal
» meer vervoegingen van to appeal

beroepen {ww.}
to send for
to call

wij beroepen
jullie beroepen
zij beroepen

we call
you call
they call
» meer vervoegingen van to call

beroep (mv. beroepen) [o], regres, appel, appèl {zn.}
appeal 
ambacht [o], beroep (mv. beroepen) [o], handwerk, vak {zn.}
handicraft
occupation 
trade 
craft
bedrijf [o], beroep (mv. beroepen) [o], broodwinning [v], professie {zn.}
profession 
occupation 
vocation
appel, beroep [o] (het ~) {zn.}
solicitation
collection
ingathering
appeal
métier, professie, stiel [m] (de ~), beroep [o] (het ~), vak [o] (het ~) {zn.}
occupation
line of work
job
line
business
Mijn broer heeft geen beroep nu.
My brother has no occupation now.
appel, beroep [o] (het ~) {zn.}
appeal
beroeping, roeping [v] (de ~), beroep [m] (de ~) {zn.}
career
vocation
calling


Gerelateerd aan beroepen

beroep - regres - appel - appèl - ambacht - handwerk - vak - bedrijf - broodwinning - professie - métier - stiel - beroeping - roepingverwijzen - protesteren - aanstellen - verzoek - bezigheid - uitnodiging