Vertaling van beschaamdheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
beschaamdheid [v], schaamte, schande {zn.}
shame 
abashment
disgrace 
Ze bloosde van schaamte.
She blushed with shame.
Zijn wangen brandden van schaamte.
His cheeks were burning with shame.


Gerelateerd aan beschaamdheid

schaamte - schande