Vertaling van betamelijk

Inhoud:

Nederlands
Engels
betamelijk, gepast, geschikt, passend, toepasselijk {bn.}
appropriate 
becoming 
seemly 
suitable 
expedient 
proper 
applicable 
behoorlijk, betamelijk, fatsoenlijk, keurig, voegzaam, welvoeglijk {bn.}
decent 
fitting 
proper 
suitable 
adequate 
appropriate 
seemly 
betamelijk, christelijk, net, oorbaar, ordentelijk, treffelijk, fatsoenlijk, gevoeglijk, netjes {bn.}
becoming
comely
comme il faut
decent
decorous
seemly
betamelijk, gevoeglijk, hebbelijk, behoorlijk {bn.}
becoming
comely
comme il faut
decent
decorous
seemly