Vertaling van bezig
to utilize
to utilise
to employ
to apply
ik bezig
I use
» meer vervoegingen van to use
Voorbeelden in zinsverband
Mijn vader is bezig.
My father is busy.
Ben je bezig?
Are you busy?
Hij is altijd bezig.
He's always busy.
Mijn vader is altijd bezig.
My father is always busy.
Ze is zeker druk bezig.
She must be very busy.
Mijn moeder is altijd bezig.
My mother is always busy.
Ze was druk bezig met haar huiswerk.
She was busy doing her homework.
Ze is net zo bezig als Tom.
She's as busy as Tom.
Vader is bezig brieven te schrijven.
Father is busy writing letters.
Astronomie houdt zich bezig met sterren en planeten.
Astronomy deals with the stars and planets.
In theorie ben ik net met wiskunde bezig.
Theoretically, I'm doing math.
Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.
My mother is busy cooking supper.
De bemanning is hard bezig met de voorbereidingen voor de ruimtereis.
The crew is busy preparing for the voyage into outer space.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
The dog was busy burying his bone in the garden.
Ze zijn zes maanden bezig geweest om het huis te bouwen.
They spent six months building the house.