Vertaling van bezitting

Inhoud:

Nederlands
Engels
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
farm 
property
estate 
land 
ranch 
De stal is net achter de boerderij.
The stable is right behind the farm house.
Vorige zomer werkte ik parttime op een boerderij.
Last summer, I worked part time on a farm.
bezit [o], bezitting [v], eigendom [o], goed, vermogen {zn.}
property
possession 
Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.
Portugal has decriminalized the personal possession of drugs.
We erkennen je recht op dit onroerend goed.
We concede your right to this property.
eigendom, bezitting {zn.}
property
appurtenance
belonging 
bezitting [v] (de ~), propriëteit, eigendom [m] (de ~) {zn.}
holding
property
belongings


Gerelateerd aan bezitting

boerderij - goed - landgoed - bezit - eigendom - vermogen - propriëteitiets