Vertaling van bezocht
ik bezocht
jij bezocht
hij/zij/het bezocht
I visited
you visited
he/she/it visited
» meer vervoegingen van to visit
ik bezocht
jij bezocht
hij/zij/het bezocht
I tested
you tested
he/she/it tested
» meer vervoegingen van to test
ik bezocht
jij bezocht
hij/zij/het bezocht
I attended
you attended
he/she/it attended
» meer vervoegingen van to attend
to call in
to call
ik bezocht
jij bezocht
hij/zij/het bezocht
I visited
you visited
he/she/it visited
» meer vervoegingen van to visit
tormented
tortured
to see
ik bezocht
jij bezocht
hij/zij/het bezocht
I visited
you visited
he/she/it visited
» meer vervoegingen van to visit
Voorbeelden in zinsverband
Ik bezocht haar op zondagochtend.
I visited her on Sunday morning.
De politieagent bezocht alle huizen.
The policeman visited all the houses.
Hij bezocht Kyoto vorig jaar.
He visited Kyoto last year.
Hij heeft veel plaatsen bezocht.
He has been to many places.
Welke landen heb je bezocht?
Which countries have you visited?
Perry bezocht Uraga in 1853.
Perry visited Uraga in 1853.
Heb je ooit Hokkaido bezocht?
Have you been to Hokkaido?
Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht.
Lucy came to see me three days ago.
Ze hebben hun ouders bezocht gisteren.
They visited their parents yesterday.
Hij heeft Europa een paar keer bezocht.
He has visited Europe several times.
Ik bezocht Parijs een lange tijd geleden.
I visited Paris a long time ago.
Ik heb Canada lang geleden bezocht.
I visited Canada long ago.
Heb je de Tower of London bezocht?
Did you visit the Tower of London?
Ik heb Roemenië een aantal jaar geleden bezocht.
I visited Romania a few years ago.
Mijn vader vroeg me wie hem eergisteren bezocht had.
My father asked me who had visited him the day before.