Vertaling van bezoedelen
Inhoud:
Nederlands
Engels
bevlekken, bevuilen, bezoedelen, verontreinigen, vuilmaken {ww.}
wij bezoedelen
jullie bezoedelen
zij bezoedelen
we pollute
you pollute
they pollute
» meer vervoegingen van to pollute
wij bezoedelen
jullie bezoedelen
zij bezoedelen
we mar
you mar
they mar
» meer vervoegingen van to mar
bevlekken, bezoedelen, onteren, schenden {ww.}
to shame
to dishonour
to disgrace
to dishonor
to attaint
to dishonour
to disgrace
to dishonor
to attaint
wij bezoedelen
jullie bezoedelen
zij bezoedelen
we disgrace
you disgrace
they disgrace
» meer vervoegingen van to disgrace
besmeuren, bemorsen, besmeren, besmetten, bevlekken, bezoedelen {ww.}
to spot