Vertaling van bezoeken
wij bezoeken
jullie bezoeken
zij bezoeken
we test
you test
they test
» meer vervoegingen van to test
wij bezoeken
jullie bezoeken
zij bezoeken
we attend
you attend
they attend
» meer vervoegingen van to attend
wij bezoeken
jullie bezoeken
zij bezoeken
we visit
you visit
they visit
» meer vervoegingen van to visit
to call in
to call
wij bezoeken
jullie bezoeken
zij bezoeken
we visit
you visit
they visit
» meer vervoegingen van to visit
to see
wij bezoeken
jullie bezoeken
zij bezoeken
we visit
you visit
they visit
» meer vervoegingen van to visit
visitant
Voorbeelden in zinsverband
Ik wil Korea bezoeken.
I want to visit Korea.
Ik zal je morgen bezoeken.
I'll visit you tomorrow.
Ik zal jou persoonlijk bezoeken.
I'll personally visit you.
Ik zal hem morgen bezoeken.
I'll visit him tomorrow.
We gaan ze snel bezoeken.
We will visit them soon.
Ik zal meneer Brown morgen bezoeken.
I'll visit Mr. Brown tomorrow.
Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.
I'll visit my uncle next week.
Ik hoop ooit Egypte te kunnen bezoeken.
I wish to visit Egypt some day.
Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.
He will never visit the town again.
Haar droom is om Parijs te bezoeken.
Her dream is visiting Paris.
Ik moet mijn vriend in het ziekenhuis bezoeken.
I must visit my friend in the hospital.
Ik ging naar het ziekenhuis om mijn vrouw te bezoeken.
I went to the hospital to see my wife.
Wanneer hij naar Europa gaat, zal hij veel musea bezoeken.
When he goes to Europe, he will visit many museums.
De tentoonstelling is het bezoeken meer dan waard.
The exhibition is well worth a visit.
Ik was vorige week van plan de tempel te bezoeken.
I had planned to visit the temple last week.