Vertaling van bijeengaren
Inhoud:
Nederlands
Engels
verzamelen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaren, paren, vergaderen, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
ik zal bijeengaren
jij zult bijeengaren
hij/zij/het zal bijeengaren
I will collect
you will collect
he/she/it will collect
» meer vervoegingen van to collect
Autoramen verzamelen vorst op winterse ochtenden.
Car windows accumulate frost on winter mornings.
Ze probeerden hout te verzamelen in het bos.
They tried to collect wood from the forest.