Vertaling van bijeenpassen
Inhoud:
Nederlands
Engels
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
De mensen op kantoor zullen nooit instemmen.
The people in the office will never agree.
Ik weet niet of hij met ons plan zal instemmen of niet.
I don't know whether he will agree to our plan or not.