Vertaling van blauw
blueness
blueish
bluish
ik blauw
I blue
» meer vervoegingen van to blue
Voorbeelden in zinsverband
Mijn ogen zijn blauw.
My eyes are blue.
De hemel is blauw.
The sky is blue.
Haar ogen zijn blauw.
Her eyes are blue.
Zijn fiets is blauw.
His bicycle is blue.
Is de hemel blauw? Ja.
Is the sky blue? Yes.
Deze jongeman heeft blauw haar.
This young man has blue hair.
Hij verfde het plafond blauw.
He painted the ceiling blue.
Waarom is de hemel blauw?
How come the sky is blue?
Tom heeft een blauw oog.
Tom has a black eye.
Rood en blauw - welke verkies jij?
Red and blue - which one do you like?
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
The sky today is blue, without a cloud.
Tom sloeg Mary bont en blauw.
Tom beat Mary black and blue.
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
Today the sky is a cloudless blue.
De Franse vlag is blauw, wit en rood.
The French flag is blue, white, and red.
De kleuren van de Amerikaanse vlag zijn rood, wit en blauw.
The colors of the American flag are red, white and blue.