Vertaling van bloemen

Inhoud:

Nederlands
Engels
bloemen {zn.}
flowers
Ik kocht negen bloemen.
I bought nine flowers.
Zij plukte bloemen.
She picked flowers.
bloem (mv. bloemen) [v] {zn.}
flower 
bloom
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Bees fly from flower to flower.
Deze bloem ruikt lekker.
That flower smells sweet.
bloem (mv. bloemen) [v], puikje [o], keur {zn.}
flower 
We moeten de bloem water geven.
We must water the flower.
Die bloem ruikt sterk.
That flower has a strong smell.
bloem (mv. bloemen) [v], meel [o] {zn.}
flour 
meal 
Hij kocht veel bloem en olie.
He bought a lot of flour and oil.
Meel wordt van tarwe gemaakt.
Flour is made from wheat.
bloem [m] (de ~), bloemetje, bloempje, blom [m] (de ~) {zn.}
flower
blossom
bloom
Deze bloem geeft een sterke geur af.
This flower gives off a strong fragrance.
meel [o] (het ~), bloem (mv. bloemen) [m] (de ~), meelbloem {zn.}
flour
Ongeveer twee miljoen pond bloem wordt jaarlijks uitgevoerd.
About two million pounds of flour are exported annually.
Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
If ashes were flour and peat was bacon, we'd eat bacon pancakes every day.
bloem (mv. bloemen) {zn.}
flower
puikje [o] (het ~), fine fleur, keur, vlaggenschip [o] (het ~), bloem (mv. bloemen) [m] (de ~), crème de la crème [m] (de ~) {zn.}
pick
cream


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik kocht negen bloemen.

I bought nine flowers.

Waarom teken je bloemen?

Why are you drawing flowers?

Interesseren bloemen u?

Are you interested in flowers?

Zij plukte bloemen.

She picked flowers.

Het kind schilderde bloemen.

The child painted flowers.

Hij weet veel van bloemen.

He knows a lot about flowers.

Waarom heb je bloemen gekocht?

Why did you buy flowers?

Ik bestudeer graag wilde bloemen.

I like studying wild flowers.

Ze kweekt veel soorten bloemen.

She grows many kinds of flowers.

Bedankt voor de mooie bloemen.

Thank you for the beautiful flowers.

Hoeveel bloemen heb je gekocht?

How many flowers did you buy?

De bloemen zijn allemaal verwelkt.

The flowers have all withered.

Hij kwam met een grote bos bloemen.

He came bearing a large bunch of flowers.

Blij zijn zij die van bloemen houden.

Happy are those who love flowers.

De tuin stond vol mooie gele bloemen.

The garden was full of beautiful yellow flowers.