Vertaling van boef

Inhoud:

Nederlands
Engels
boef [m], ellendeling [m], ploert, schavuit, schurk, smiecht, spitsboef {zn.}
rascal
scoundrel
trickster
swindler
rogue 
crook
cheat 
boef, booswicht [m] (de ~), galgeaas, galgebrok, galgenaas [o] (het ~), gannef, kwaaddoener, satan, slechterik [m] (de ~), snoodaard [m] (de ~), spitsboef, zwijnjak, schurk [m] (de ~) {zn.}
villain
scoundrel
deugniet [m] (de ~), aap, apekop, apenkop, bengel [m] (de ~), boef [m] (de ~), doerak [m] (de ~), dondersteen [m] (de ~), donderstraal, lorejas, nietdeug, rakker [m] (de ~), rekel [m] (de ~), schavuit [m] (de ~), schobbejak [m] (de ~), stouterd [m] (de ~), stouterik [m] (de ~), vlegel [m] (de ~), blaag [m] (de ~), kapoen [m] (de ~), ondeugd [m] (de ~), schooier [m] (de ~), vlerk [m] (de ~), belhamel [m] (de ~) {zn.}
monkey
scamp
scallywag
scalawag
rascal
rapscallion
imp
Hé, kijk, een driekoppige aap!
Hey, look, a three-headed monkey!
Een aap beklimt een hoge boom.
A monkey is climbing up a tall tree.
bandiet [m] (de ~), boef [m] (de ~), gauwdief [m] (de ~), picaro, schurk [m] (de ~) {zn.}
brigand
bandit