Vertaling van boeken

Inhoud:

Nederlands
Engels
boeken, bijboeken, inschrijven, registreren {ww.}
to record 
to note 
to enter 

wij boeken
jullie boeken
zij boeken

we record
you record
they record
» meer vervoegingen van to record

We kunnen het verleden en het heden registreren.
We can record the past and present.
openhouden, reserveren, vrijhouden, bespreken, boeken {ww.}
to book 
to reserve
to backlog

wij boeken
jullie boeken
zij boeken

we book
you book
they book
» meer vervoegingen van to book

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Would you please reserve a room near the Toronto international Airport?
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
I'd like to book three seats.
boeken {ww.}
to calculate
to account

wij boeken
jullie boeken
zij boeken

we calculate
you calculate
they calculate
» meer vervoegingen van to calculate

aantekenen, boeken, registreren, vastleggen {ww.}
to keep 
to record 
to enrol
to register 

wij boeken
jullie boeken
zij boeken

we keep
you keep
they keep
» meer vervoegingen van to keep

Ik bewaar oude boeken met zorg.
I keep old books with care.
boeken {ww.}
to book

wij boeken
jullie boeken
zij boeken

we book
you book
they book
» meer vervoegingen van to book

Ik moet de boeken voor zaterdag terugbrengen.
I have to give back the book before Saturday.
Kan ik zitplaatsen boeken?
Can I book seats?
boek (mv. boeken) [o] {zn.}
book 
volume
behalen, halen, boeken {ww.}
to gain
to derive

wij boeken
jullie boeken
zij boeken

we gain
you gain
they gain
» meer vervoegingen van to gain

boekhouding [v] (de ~), boek [o] (het ~), boekhouden {zn.}
accounting system
method of accounting
accounting
boekje [o] (het ~), boekwerk [o] (het ~), boek [o] (het ~) {zn.}
book
Dit is haar boek.
This book is hers.
Dit boek is zwaar.
This book is heavy.
boek (mv. boeken) {zn.}
book
boek (mv. boeken), boekje [o] (het ~) {zn.}
book


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Deze boeken zijn mijn boeken.

These books are my books.

Deze boeken zijn makkelijker dan die boeken.

These books are easier than those books.

Niet alle boeken zijn goede boeken.

Not all books are good books.

Ze bezit tweeduizend boeken.

She owns two thousand books.

U heeft veel boeken.

You have a lot of books.

Ik kocht veel boeken.

I bought a lot of books.

Ze hebben weinig boeken.

They have few books.

Ik heb veel boeken.

I have many books.

Ze leest graag boeken.

She likes to read books.

Ze heeft meer boeken.

She's got more books.

Ik lees graag boeken.

I like reading books.

U heeft veel boeken.

You have many books.

Hij schrijft boeken.

He writes books.

Hoeveel boeken heeft hij?

How many books does he have?

Heb je twee boeken?

Do you have two books?