Vertaling van boemelaar
Inhoud:
Nederlands
Engels
boemelaar , brasser , losbol, sjap, zwabber, zwierbol, zwijn, zwijnjak {zn.}
guzzler
carouser
carouser
boemelaar, feestneus , feestvierder, lolmaker, pretmaker, feestnummer , fuifnummer {zn.}
reveler
reveller
merrymaker
reveller
merrymaker