Vertaling van boemelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
boemelen, dweilen, pierewaaien, pintelieren, rinkelrooien, sjouwen, slieren, slijpen, wallebakken, stappen {ww.}
to pub-crawl
to bar hop
aan de boemel zijn, boemelen {ww.}
to be on the spree
to be on the spree
aan de rol zijn, brassen, boemelen, slempen, uitspatten, zwijnen {ww.}
to wallow
to revel

wij boemelen
jullie boemelen
zij boemelen

we wallow
you wallow
they wallow
» meer vervoegingen van to wallow

boemelen {ww.}
to pub-crawl
to bar hop