Vertaling van boetiek

Inhoud:

Nederlands
Engels
boetiek {zn.}
boutique
boetiek [v] (de ~) {zn.}
dress shop
boutique
winkel, zaak, boetiek {zn.}
store 
shop 
boutique
De winkel verkoopt groenten.
The store deals in vegetables.
Hij ging naar de winkel.
He went to the shop.


Gerelateerd aan boetiek

winkel - zaakwinkel