Vertaling van bom

Inhoud:

Nederlands
Engels
bom [v] {zn.}
bomb 
Toen de bom ontplofte was it daar bij toeval.
When the bomb exploded, I happened to be there.
Er viel een grote bom, en heel veel mensen kwamen om.
A big bomb fell, and a great many people lost their lives.
bom [m] (de ~), tuig {zn.}
bomb
bom {zn.}
spile
bung
hoop [m] (de ~), bende [m] (de ~), berg [m] (de ~), kwak, lading [v] (de ~), massa [m] (de ~), schep, stelletje, stoot [m] (de ~), troep, veelheid [v] (de ~), vracht, zooi [m] (de ~), zwik [m] (de ~), pak [o] (het ~), smak [m] (de ~), bom, bulk [m] (de ~), sjees [m] (de ~), boel [m] (de ~) {zn.}
mountain
lot
mass
sight
pile
peck
passel
deal
tidy sum
spate
plenty
quite a little
flock
heap
hatful
great deal
good deal
pot
mess
raft
mickle
slew
mint
stack
muckle
wad
batch
Bekijk deze hoge berg.
Look at this high mountain.
Ik ga naar de berg.
I go to the mountain.
beieren, bommen, luiden {ww.}
to ring
to peal

ik bom

I ring
» meer vervoegingen van to ring



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Toen de bom ontplofte was it daar bij toeval.

When the bomb exploded, I happened to be there.

Er viel een grote bom, en heel veel mensen kwamen om.

A big bomb fell, and a great many people lost their lives.


Gerelateerd aan bom

tuig - hoop - bende - berg - kwak - lading - massa - schep - stelletje - stoot - troep - veelheid - vracht - zooi - zwikprojectiel - stop - hoeveelheid - uitklinken