Vertaling van bouwsteen

Inhoud:

Nederlands
Engels
baksteen [o], bouwsteen [m], klinker [m], steen [o], tichel [m], stuk [o] {zn.}
piece 
cake 
briquette
pig 
ingot
brick 
Wil je nog een stuk cake?
Would you like another piece of cake?
Mag ik nog een stuk taart hebben?
May I have another piece of cake?
bouwsteen [m] (de ~) {zn.}
cobblestone
sett
cobble
bouwsteen [m] (de ~) {zn.}
ingredient


Gerelateerd aan bouwsteen

baksteen - klinker - steen - tichel - stuksteen - ingrediënt