Vertaling van bries

Inhoud:

Nederlands
Engels
bries [m] (de ~) {zn.}
zephyr
breeze
gentle wind
air
briesen, brullen, bulken, loeien, uitbrullen {ww.}
to roar 
to snort 

ik bries

I roar
» meer vervoegingen van to roar

briesen, snuiven {ww.}
to snort 
briesen {ww.}
to thunder
to roar

ik bries

I thunder
» meer vervoegingen van to thunder

briesen {ww.}
to snort
to huff

ik bries

I huff
» meer vervoegingen van to huff



Gerelateerd aan bries

briesen - brullen - bulken - loeien - uitbrullen - snuivenwind - razen - expireren - roepen