Vertaling van broek
Inhoud:
Nederlands
Engels
broek , kniebroek, korte broek {zn.}
culottes
knee-breeches
short pants
breeches
shorts
knee-breeches
short pants
breeches
shorts
broek , korte broek {zn.}
short pants
shorts
shorts
Dat is mijn broek.
Those are my trousers.
Mijn broek is nat.
My trousers are wet.
broek {zn.}
trouser
pant
pant
reddingsbroek, broek , wippertoestel {zn.}
breeches buoy
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Dat is mijn broek.
Those are my trousers.
Mijn broek is nat.
My trousers are wet.
Hij deed een propere broek aan.
He put on clean trousers.
Zijn broek wordt elke dag gestreken.
He has his trousers pressed every day.
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
What shall I put on: pants or a skirt?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
What shall I put on: trousers or a skirt?