Vertaling van bruin

Inhoud:

Nederlands
Engels
bruin {bn.}
brown 
bruin [o] {zn.}
brown 
Die kat is bruin.
That cat is brown.
De gordel is bruin.
The belt is brown.
bruin [o] (het ~) {zn.}
brown
brownness
Zijn schoenen zijn bruin.
His shoes are brown.
Mijn schoenen zijn bruin.
My shoes are brown.
bruin {zn.}
brown
brownness
De tuin is leeg en bruin.
The garden is bare and brown.
bruin {bn.}
amber
brownish-yellow
yellow-brown
bruinen, bruineren, bruin maken {ww.}
to brown 

ik bruin

I brown
» meer vervoegingen van to brown

bruinen, bruin worden {ww.}
to bronze
to tan

ik bruin

I bronze
» meer vervoegingen van to bronze

bruinen {ww.}
to brown

ik bruin

I brown
» meer vervoegingen van to brown

bruinen {ww.}
to tan
to bronze

ik bruin



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Die kat is bruin.

That cat is brown.

De gordel is bruin.

The belt is brown.

Zijn schoenen zijn bruin.

His shoes are brown.

Mijn schoenen zijn bruin.

My shoes are brown.

De tuin is leeg en bruin.

The garden is bare and brown.

De bladeren van de bomen worden bruin in de herfst.

The leaves turn brown in the autumn.


Gerelateerd aan bruin

bruinen - bruineren - bruin maken - bruin wordenkleur - mik - gekleurd - tinten - kleuren