Vertaling van buiig

Inhoud:

Nederlands
Engels
buiig {bn.}
showery
buiig {bn.}
volatile
slechtgehumeurd, brommerig, chagrijnig, gallig, gemelijk, humeurig, knorrig, mopperig, narrig, sikkeneurig, slechtgeluimd, slechtgemutst, buiig, ongenietbaar, chagrijn [o] (het ~), sacherijn {bn.}
moody
temperamental