Vertaling van bureau
station house
police headquarters
Voorbeelden in zinsverband
Dit is mijn bureau.
This is my desk.
Je horloge ligt op het bureau.
Your watch is on the desk.
Waarom zit je onder het bureau?
Why are you under the desk?
Ik maakte een bureau van hout.
I made a desk of wood.
Nick moet niet naar mijn bureau komen.
Nick needs not come to my office.
De bureau is gemaakt uit hout.
The desk is made of wood.
Er ligt een pen op het bureau.
There is a pen on the desk.
Het horloge op het bureau is van mij.
The watch on the desk is mine.
Was er zo-even een boek op het bureau?
Was there a book on the desk a moment ago?
Ik heb een briefje op mijn bureau gevonden, maar ik weet niet van wie het is.
I found a note on my desk, but I don't know whose it is.
Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.
I only missed one day of work because of a cold and my desk is piled high with papers.