Vertaling van buurten
Inhoud:
Nederlands
Engels
buurten {ww.}
to pay a visit
Vorige nacht was er een grote brand in de buurt.
Last night there was a big fire in the neighbourhood.
buurt (mv. buurten) , nabijheid {zn.}
proximity
gehucht , buurt , buurtschap , gat , vlek {zn.}
hamlet
crossroads
crossroads
omgeving , buurt (mv. buurten) , contreie, contreien , omstreek, omstreken , omtrek , kader , nabijheid , milieu {zn.}
neighborhood
neighbourhood
vicinity
neck of the woods
locality
neighbourhood
vicinity
neck of the woods
locality
Hij kwam in mijn buurt wonen.
He moved into my neighborhood.
Ik groeide op in deze buurt.
I grew up in this neighborhood.
wijk , buurt (mv. buurten), kwartier , sectie , stadsdeel {zn.}
quarter