Vertaling van christelijk

Inhoud:

Nederlands
Engels
christelijk {bn.}
Christian 
christelijk {bn.}
denominational
betamelijk, christelijk, net, oorbaar, ordentelijk, treffelijk, fatsoenlijk, gevoeglijk, netjes {bn.}
becoming
comely
comme il faut
decent
decorous
seemly


Gerelateerd aan christelijk

betamelijk - net - oorbaar - ordentelijk - treffelijk - fatsoenlijk - gevoeglijk - netjesgodsdienstig