Vertaling van circuleren

Inhoud:

Nederlands
Engels
circuleren, in omloop zijn, rondgaan, rouleren {ww.}
to circulate
to get about
to be about

zij circuleren

they circulate
» meer vervoegingen van to circulate

circuleren {ww.}
to propagate
to spread
to distribute
to pass around
to disperse
to disseminate
to diffuse
to circulate
to circularize
to circularise
to broadcast

zij circuleren

they propagate
» meer vervoegingen van to propagate

rondgaan, circuleren {ww.}
to go around
to spread
to circulate

zij circuleren

they spread
» meer vervoegingen van to spread



Gerelateerd aan circuleren

in omloop zijn - rondgaan - roulerenrondgaan - gaan