Vertaling van compagnon
Inhoud:
Nederlands
Engels
vennoot, compagnon {zn.}
business associate
compagnon , associé, handelsgenoot, partner , vennoot {zn.}
associate
vriend , amice, deelgenoot, gezel , kameraad , kompaan, kornuit , makker , vrind, maat , compagnon , vriendin , gabber {zn.}
friend
Hij is haar vriend.
He is her friend.
Hij is mijn vriend.
He is my friend.