Vertaling van conciliëren

Inhoud:

Nederlands
Engels
verzoenen, conciliëren, herenigen, reconciliëren {ww.}
to settle
to reconcile
to make up
to patch up
to conciliate

wij conciliëren
jullie conciliëren
zij conciliëren

we settle
you settle
they settle
» meer vervoegingen van to settle



Gerelateerd aan conciliëren

verzoenen - herenigen - reconciliërenbewerken