Vertaling van conveniëren

Inhoud:

Nederlands
Engels
conveniëren, uitkomen, passen, treffen, schikken {ww.}
to fit
to suit
to accommodate

wij conveniëren
jullie conveniëren
zij conveniëren

we fit
you fit
they fit
» meer vervoegingen van to fit

Deze schoenen passen niet.
These shoes don't fit my feet.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Your shoes do not go with the suit.


Gerelateerd aan conveniëren

uitkomen - passen - treffen - schikkenbestaan - willen