Vertaling van courant
Inhoud:
Nederlands
Engels
courant {zn.}
currency
courant, gebruikelijk, habitueel, ordinair, standaard, gangbaar {bn.}
current
Waar is de krant?
Where is the newspaper?
Welke krant nemen jullie?
What newspaper do you take?
krant , dagblad , gazet , nieuwsblad , courant {zn.}
daily