Vertaling van demaskeren
Inhoud:
Nederlands
Engels
ontmaskeren, demaskeren {ww.}
to unmask
to uncloak
to uncloak
wij demaskeren
jullie demaskeren
zij demaskeren
we unmask
you unmask
they unmask
» meer vervoegingen van to unmask
Je moet de bedrieger ontmaskeren.
You must unmask the imposter.