Vertaling van dienen

Inhoud:

Nederlands
Engels
dienen, bedienen, helpen, van dienst zijn {ww.}
to act 
to attend 
to serve 

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we act
you act
they act
» meer vervoegingen van to act

dienen {ww.}
to serve

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we serve
you serve
they serve
» meer vervoegingen van to serve

horen, behoren, dienen, moeten, zullen {ww.}
to should
to have to
to must 
to need 
to ought to

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we must
you must
they must
» meer vervoegingen van to must

Mensen moeten werken.
People ought to work.
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
You ought to listen to your mother.
dienen {ww.}
to serve

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we serve
you serve
they serve
» meer vervoegingen van to serve

strekken, dienen {ww.}
to serve
to function

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we serve
you serve
they serve
» meer vervoegingen van to serve

fungeren, figureren, dienen {ww.}
to serve
to function

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we serve
you serve
they serve
» meer vervoegingen van to serve

zullen, dienen, moeten {ww.}
to need

wij dienen
jullie dienen
zij dienen

we need
you need
they need
» meer vervoegingen van to need

Kinderen moeten spelen.
Children need to play.
Je handen moeten gewassen worden.
Your hands need to be washed.


Gerelateerd aan dienen

bedienen - helpen - van dienst zijn - horen - behoren - moeten - zullen - strekken - fungeren - figurerenwerken - zorgen - helpen - tussenkomen - zijn