Vertaling van dik

Inhoud:

Nederlands
Engels
dik, lijvig {bn.}
bold 
corpulent
fat 
thick 
stout 
dik, vet, vettig {bn.}
fat 
fatty
greasy
dik, gebuikt, zwaarlijvig {bn.}
obese
dicht, dik, gebonden {bn.}
concentrated
dense 
thick 
condensed
dik, omvangrijk, volumineus {bn.}
thick
dik {bn.}
considerable
compact, dik, dicht {bn.}
thick
corpulent, lijvig, vet, dik, zwaarlijvig, buikig, gezet {bn.}
fat
droesem [m] (de ~), depot, dik [o] (het ~), drab [m] (de/het ~), grondsop, hef, wijndrab, wijndroesem, moer [v] (de ~), droes {zn.}
lees


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De vrouw is dik.

The woman is fat.

Ik ben zo dik.

I'm so fat.

Je bent dik geworden.

You've grown fat.

Als je teveel eet, word je dik.

If you eat too much, you'll get fat.

Het is dik aan tussen hen.

Those two are pretty close.

Als je zoveel eet, zal je dik worden.

If you eat that much, you'll get fat.

De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.

Today the fog is as thick as pea soup.

Zijn stem is iel, hoewel hijzelf dik is.

His voice is thin even though he is fat.

Het ijs is dik genoeg om er op te lopen.

The ice is thick enough to walk on.

Hoe vet zou het zijn als Obama een mooi, dik afrokapsel zou laten staan?

How cool would it be if Obama grew a nice, thick afro!

Zou Koning Albert een geheime relatie hebben met Prinses Diana? Ik geloof van niet. Hij is te dik.

Is it possible that King Albert has a secret relationship with Princess Diana? I don't believe so. He's too fat.


Gerelateerd aan dik

lijvig - vet - vettig - gebuikt - zwaarlijvig - dicht - gebonden - omvangrijk - volumineus - compact - corpulent - buikig - gezet - droesem - depotaardig - bezinksel