Vertaling van discipel

Inhoud:

Nederlands
Engels
discipel [m] {zn.}
adherent 
disciple 
apostel [m] (de ~), discipel [m] (de ~), adept, aanhanger {zn.}
disciple
aficionado
initiate
adherent 
follower 


Gerelateerd aan discipel

apostel - adept - aanhangervolgeling