Vertaling van discussiëren

Inhoud:

Nederlands
Engels
discussiëren, bomen, discuteren, disputeren, parlementeren, redekavelen, redetwisten, twisten {ww.}
to polemize
to polemicize
to polemise
to polemicise


Gerelateerd aan discussiëren

bomen - discuteren - disputeren - parlementeren - redekavelen - redetwisten - twistenconverseren