Vertaling van doceren
Inhoud:
Nederlands
Engels
onderwijzen, doceren, lesgeven, onderrichten, geven {ww.}
to teach
to learn
to instruct
to learn
to instruct
wij doceren
jullie doceren
zij doceren
we teach
you teach
they teach
» meer vervoegingen van to teach
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
To teach young children is not easy.
Is meneer Davis naar Japan gekomen om Engels te onderwijzen?
Did Mr. Davis come to Japan to teach English?