Vertaling van doelpunt
Inhoud:
Nederlands
Engels
Hij maakte een doelpunt tijdens de verlenging.
He scored a goal during overtime.
doelpunt , goal {zn.}
score
doelpunten {ww.}
to tally
to rack up
to score
to hit
to rack up
to score
to hit
ik doelpunt
jij doelpunt
hij/zij/het doelpunt
I tally
you tally
he/she/it tallies
» meer vervoegingen van to tally