Vertaling van doelwit

Inhoud:

Nederlands
Engels
doel [o], doelstelling [v], doelwit [o], honk, wit {zn.}
aim
goal 
end 
target 
purpose 
objective
intent
butt 
Ze bereikten hun doel.
They attained their aim.
Dit keer is Parijs mijn doel.
This time my goal is Paris.
doel [o] (het ~), mikpunt [o] (het ~), raam [m] (de ~), doelwit [o] (het ~) {zn.}
target
target area
De pijl raakte het doel.
The arrow hit the target.
doel [o] (het ~), doeleinde [o] (het ~), oogmerk [o] (het ~), streven, doelwit [o] (het ~) {zn.}
aim
target
objective
object
Wat is je doel in het leven?
What's your aim in life?
Ik begrijp niet wat zijn echte doel is.
I fail to understand his true aim.


Gerelateerd aan doelwit

doel - doelstelling - honk - wit - mikpunt - raam - doeleinde - oogmerk - strevenpunt