Vertaling van door
to pass on
to move on
to march on
to go on
to advance
ik bel door
jij belt door
I progress
you progress
» meer vervoegingen van to progress
Voorbeelden in zinsverband
Hij is door en door een Amerikaan.
He's American through and through.
Hij stierf door zuurstofgebrek.
He died from lack of oxygen.
Hij ging door zingen.
He kept on singing.
Ga door met werken!
Go ahead with your work.
Tom wordt gepest door Mary.
Tom is being bullied by Mary.
Hij rilt door de kou.
He’s shivering because of the cold.
Barbara werd door Alister gedood.
Barbara was killed by Alister.
Hij reisde door heel Europa.
He traveled all over Europe.
Gelieve mij door te laten.
Let me pass, please.
Ze ging door met werken.
She went on working.
Mary werd ontvoerd door piraten.
Mary was kidnapped by pirates.
Snij het door de helft.
Cut it in half.
Je draaft een beetje door.
You're carrying this too far.
Ze ging door met werken.
She continued working.
We brachtten de nacht door in Hakone.
We stayed overnight in Hakone.