Vertaling van doorvoer
Inhoud:
Nederlands
Engels
doorvoer , transit {zn.}
transit
transitogoederen , doorvoer {zn.}
transit
passage
passage
doorvaren {ww.}
to sail
to voyage
to navigate
to voyage
to navigate
ik doorvoer
jij doorvoer
hij/zij/het doorvoer
I voyaged
you voyaged
he/she/it voyaged
» meer vervoegingen van to voyage