Vertaling van dorst
thirst
to hammer
to thrash
to thresh
jij dorst
hij/zij/het dorst
you wallop
he/she/it wallops
» meer vervoegingen van to wallop
to yearn
to hanker
ik dorst
jij dorst
hij/zij/het dorst
I long
you long
he/she/it longs
» meer vervoegingen van to long
to lam
to thrash
to flail
jij dorst
hij/zij/het dorst
you thresh
he/she/it threshes
» meer vervoegingen van to thresh
Voorbeelden in zinsverband
Ik heb dorst.
I'm thirsty.
Hebben jullie geen dorst?
Aren't you thirsty?
Ik heb dorst
I'm thirsty
Het lijkt erop dat je hond dorst heeft.
It looks like your dog is thirsty.
Ik heb dorst. Ik had graag een kopje koffie.
I am thirsty. I would like to have a cup of coffee.
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.
You should always save money for a rainy day.
Hij zei dat hij honger had en voegde daaraan toe dat hij ook dorst had.
He said he was hungry, and then he added that he was also thirsty.
Tegen het einde van de excursie hadden we al erg veel dorst.
By the end of the trip we were very thirsty.