Vertaling van durf

Inhoud:

Nederlands
Engels
durf [m], gedurfdheid [v], stoutheid [v], stoutmoedigheid [v], vermetelheid [v], lef {zn.}
boldness
daring
audacity 
dapperheid [v], durf [m], lef, moed, courage {zn.}
courage 
prowess
gallantry
valour 
daring
bravery 
boldness
Ik bewonder je moed.
I admire your courage.
Mijn broer had de moed niet de rivier over te zwemmen.
My brother didn't have the courage to swim across the river.
bestaan, durven, wagen {ww.}
to dare 
to venture 
to be bold

ik durf

I dare
» meer vervoegingen van to dare

courage, dapperheid [v] (de ~), durf [m] (de ~), flinkheid, guts [m] (de ~), koenheid, lef [m] (de/het ~), onversaagdheid, moed [m] (de ~) {zn.}
courage
courageousness
bravery
braveness
Hij raapte al zijn moed bij elkaar en vroeg haar ten huwelijk.
He screwed up his courage and proposed to her.
Ik raapte al mijn moed bij elkaar en ging naar daar.
I screwed up my courage and went there.
vermeten, verstouten, bestaan, durven {ww.}
to dare

ik durf

I dare
» meer vervoegingen van to dare



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hoe durf je zoiets zeggen?

How dare you say such a thing!

Hoe durf je dat te zeggen.

How dare you say that!

Hoe durf je zoiets tegen me te zeggen?

How dare you say such a thing to me?

Ik durf te zeggen dat hij gelijk heeft.

I dare say he is right.