Vertaling van eigenwijs

Inhoud:

Nederlands
Engels
eigenwijs {bn.}
pigheaded
opinionated
eigenwijs, minutieus, pedant, schoolmeesterachtig, wijsneuzig {bn.}
pigheaded
opinionated
eigenwijs {bn.}
brash
cheeky
nervy
eigengereid, eigenwillig, eigenzinnig, neuswijs, eigenwijs {bn.}
cocksure
overconfident
positive


Gerelateerd aan eigenwijs

minutieus - pedant - schoolmeesterachtig - wijsneuzig - eigengereid - eigenwillig - eigenzinnig - neuswijsgrappig